(2e dr. Rott. 1794); een Toetssteen der waarheid (Rott. 1797); voorts Gedenkwaardige waarnemingen en annotatien of aanteekeningen der vrieskoude en van het weeder in Nov. en Dec. 1798, Jan. en Febr. 1799 (Rott. 1799) en een Voorstelling, dat het jaar 1800 (en niet het jaar 1801) het begin der negentiende eeuw is of moet zijn (Rott. 1799) met Vervolg ter inlichting en opheldering (Rott. 1799), gevolgd door De tijd en eeuw onderzoeker over het jaar 1800 no. 1-12 (Rott. 1800). In 1804 werd hij benoemd tot lid van het Zeeuwsch Genootschap der wetenschappen en zijne als antwoord op een prijsvraag ingezonden Verhandeling betreffende de natuurkennis der winden voor deze gewesten uit weerkundige waarnemingen 21 Mei 1808 door de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem met zilver bekroond, in de Natuurkundige Verhandelingen dl. IV, st. 2 (Amst. 1809) 243-288 opgenomen en hij zelf ook daar tot lid benoemd. Zijn voorstel tot verbetering van den thermometer van Drebbel, onafhankelijk gemaakt van den luchtdruk, bood hij als Verhandeling behelzende de beschrijving van een bij hem uitgevonden controleur of luchtthermometer aan het Zeeuwsch Genootschap aan, die ook dit bekroonde en in hare Nieuwe Verhandelingen II (Midd. 1816) uitgaf. Hij huwde drie malen, doch liet slechts eene dochter na.
Zie: Algem. Konst- en letterbode 1804, II, 406; 1808, II, 129; 1816, I, 110; Scheffer en Obreen, Rotterdamsche Historiebladen III (Rott. 1880) 398.
de Waard