[Canter, Dirk]
CANTER (Dirk), zoon van Lambertus (kol. 559), geb. te Utrecht in 1545, overl. te Leeuwarden 12 Mrt. 1617, studeerde te Parijs, volgde daar o.a. de colleges van Dionysius Lambinus over de Ethica van Aristoteles, en maakte op zijn reizen veel geleerde kennissen. In 1575 werd hij schepen te Utrecht, ook in 1576 en 1577. In 1598 werd hij er burgemeester, vooral door den aanhang van den graaf van Nieuwenaar. Hij was beschermer der Arminianen en werd, in 1593 aftredende, van het kussen gehouden en mettertijd uit alle regeeringsposten. Daardoor geprikkeld, werd hij opruier des volks en drong zich weder in de regeering. Hij was zelfs Gomarist geworden. Geholpen door Hendrik van Helsdingen, die ook schepen en raad geweest was, wist hij in Januari 1610 een volksoproer te verwekken, ten gevolge waarvan de regeering der stad verzocht werd hare ambten neer te leggen. Dit gebeurde en onder de nieuw gekozen magistraatspersonen waren Canter en Helsdingen als burgemeesters. Prins Maurits bevestigde deze keuze (4 Februari). De rust was echter daarmee niet wedergekeerd; met gewapende macht besloten de Algemeene Staten Utrecht tot rede te brengen; Frederik Hendrik kwam 6 April met krijgsvolk voor de stad, maar de regeering wilde de akte van onderwerping niet teekenen. Hierop besloten de Algemeene Staten de nieuwe regeering van den eed te ontslaan en de oude te herstellen, zooals in Mei dan ook geschiedde. Ook nu was de zaak nog niet uit; men bleef nog doorwoelen tot in December een samenzwering ontdekt werd om kolonel Jan Ogle, overste der bezetting van Utrecht, te vatten en de regeering weder om te zetten. Elf personen werden in hechtenis genomen, waaronder Canter, die bij vonnis van 11 Mei 1611 voor eeuwig gebannen werd en wiens goederen werden verbeurdverklaard. Hij
week nu uit naar Antwerpen en later naar Leeuwarden. Uit zijn huwelijk met Cath. de Swart had hij 5 kinderen o.a. Lambertus en Johannes. Deze geleerde en eerzuchtige man schreef o.a. twee boeken Variae lectiones (ad Georgium Ratallerum); Notae in Arnobium; Fragmenta van verschillende dichters.
Zie: Navorscher 1889, 55; Nederl. Heraut 1888, 33; Collot d'Escury, Hollands Roem, IV, 1e stuk; Bor, 25 en 30; Brandt, Hist. der Reform. II, 156-9; v. Heussen en v. Rhijn, Kerk. Hist. II, 143.
Nauta