tharingen onder den markies de Rochefort. In 1675 werd hij veldmaarschalk; omstreeks half Juli kwam hij in Maastricht onder de orders van den gouverneur d'Estrades. Toen deze 1 Juli 1676 werd aangewezen als ambassadeur van Lodewijk XIV te Nijmegen, moest de Calvo hem tijdelijk als gouverneur vervangen. De Prins van Oranje verscheen in Juli 1676 met een leger voor Maastricht en hield de stad tot de 2e helft van Augustus ingesloten; de verdediging werd heldhaftig geleid door de Calvo. Door het optreden van den maarschalk van Schomberg was de Prins van Oranje gedwongen het beleg op te breken. Na den vrede van Nijmegen trok de Calvo in het begin van November 1678 met het fransche leger uit Maastricht; de raad der stad gaf hem eene vereering van 1000 rijksdaalders en verklaarde, dat zijne gedachtenis steeds in eere zou gehouden worden. In 1679 maakte hij zich meester van het hertogdom Kleef; daarna diende hij in het Rijnleger onder den maarschalk Crequi. In 1684 stond hij in Catalonië onder den maarschalk de Bellefonde, waarop in 1688 zijne benoeming volgde tot ridder en hem het commando werd toevertrouwd van een troepenkorps in Vlaanderen. Lodewijk XIV zeide van hem: ‘Je suis sans inquiétudes
sur le sort d'un place, quand elle est défendue par le brave Calvo’.
Zie: Paul Guérin. Dictionaire des dictionaires; Raadsnotulen, 15 Juli 1675, 18 Juli 1676 tot 4 Nov. 1678 (Gemeentearchief Maastricht); Russel, Geschiedkundige schets van de stad Maastricht 152.
Dyserinck