[Brando, Johannes]
BRANDO (Johannes), Brand, Cisterciensermonnik en kroniekschrijver, geb. te Hontenisse, overl. te Gent 13 Juli 1428. Reeds als knaap kwam hij in aanraking met de Duinheeren, verblijvend in zijne geboorteplaats op hun uithof Zande, wat zonder twijfel invloed op de keus van zijn levenstaak heeft gehad. Als monnik der abdij van Duinen, waar hij in het begin van het bestuur van abt Joh. Maes 1376-1406 was ingetreden, heeft hij zich naam verworven door het samenstellen zijner kroniek getiteld: Chronodromus seu cursus temporum bestaande uit 3 deelen, vanaf Adam tot 1414 (zeer belangrijk voor de geschiedenis van Engeland, Frankrijk en de Nederlanden), waaraan Meyer, Despars, Custis, de Visch e.a. gedeeltelijk hunne berichten ontleend hebben. Meermalen getuigt de But in zijn Raparium dat Brando overleed te Gent in de abdij Bijloke O. Cist., waar hij als biechtvader der nonnen werkzaam was, en past op hem toe: ‘O Dunae, numquam tibi dabunt secula talem Qualem et fata modo surripuere tibi’.
Latere schrijvers, zelfs de Visch, betitelen Brando als doctor theol. van Parijs en stellen zijn overlijden in het refuge te Brugge, waarschijnlijk door een verkeerde lezing der Cronica abbatum van de But. Het eigenhandig handschrift van Brando ging in 1579 verloren bij de plundering der grangia Boogaarde, waar het met de andere handschriften verborgen was. Volgens de Bibliotheca Scriptorum van de Visch waren er in zijn tijd (1656) nog 4 exemplaren als copie van het Chronodromus. Later bleek hem, dat men in de abdij Qudenburg slechts het eerste deel bezat en dat het exemplaar der abdij St. Bertin slechts een verkorting was van het Chronodromus bewerkt door Aeg. de Roya, O. Cist. De beide prachtexemplaren, toen ter tijd in de abdij St. Pieter te Gent en in het college van Arras te Leuven, berusten thans in de bibliothèque royale te Brussel. Het exempl. van de St. Pietersabdij in 2 deelen werd in 1839 aangekocht voor 1830 frs, dat van het college van Arras, verkocht in 1823 voor 94 gulden, werd in 1888 in Engeland aangekocht voor 5500 frs. Zie over deze hss.: J. van den Gheyn, Catalogue des manuscrits de la Bibl. Royale de la Belg. V, n. 3105, 3106, en de talrijke aangehaalde schrijvers. Een klein gedeelte der kroniek van Brando, van 1384-1414, werd uitgegeven door Kervijn de Lettenhove: Chroniques relatives à l'histoire de la Belg. sous la domination des ducs de Bourgogne (Brux. 1870). Van de verkorte kroniek, bewerkt door Aeg. de Roya, werd een gedeelte nogmaals verkort uitgegeven door Sweertius, Rerum belgicarum annales (Frankf. 1620). Het portret van Brando, in de abdij, thans seminarie, te Brugge, is eerst geschilderd in de
17e eeuw.
Zie: A. de But, Cronica abbatum monasterii de Dunis (Brug. 1839) 20, 21, 82, 176-177; C. de Visch, Bibliotheca scriptorum ord. Cist. (Col. 1656) 176; dezelfde, Auctarium ad Bibliothecam scriptorum O. Cist. (H.S.) 48; dezelfde, Compendium chronologicum exordii et progressus abbatiae B.M. de Dunis (Brux. 1660) praefatio en 81, 83, 84; Bibliothèque des écrivains de l'ordre de St. Benoît I, 147; Foppens, Bibliotheca Belgica I, 589; Moreri, Le grand dictionnaire historique I (1704) 678; Annales de la Soc. d'Emulation de la Flandre occid. 1839, I, 190 en v.v.; Féret, La faculté de théologie et ses docteurs les plus célèbres in Moyen-Age IV, 374.
Fruytier