[Bouman, Klaas Harms]
BOUMAN (Klaas Harms), 2 Mrt. 1785 te Kropswolde in Gron. geb. en 7 Mrt. 1870 te Beerta overl., begon reeds als boerenknecht te Noorddijk de poëzie te beoefenen en, aangemoedigd door Driessen, Spandaw, Sannes, Modderman en de Vaderl. Letteroefeningen, gaf hij later al meer aan zijn dichterlijken aan drift toe. Na het boerenbedrijf vaarwel gezegd te hebben, was hij achtereenvolgens kruidenier en deurwaarder bij de dir. belastingen. Sedert 1854 leefde hij ambteloos te Beesta, waar zijn bovengenoemde zoon Herman hoofdonderwijzer was. Zijn gedichten werden uitgegeven onder de titels: Proeve van gedichten (1810); Heidespruitjes (1820); Verspreide gedichten of vruchten van ledige avonduren (1855) en Herfstvruchten (1855).
Zuidema