[Boedeker, jonker Balthasar]
BOEDEKER (jonker Balthasar), heer van het Veenhuis, geb. te Deventer 1540 en aldaar overl. 11 Febr. 1617, eenige zoon van jonker Marten Boedeker, burgemeester van Deventer (zie over hem Reg. Charters en Bescheiden Archief Kampen III, no. 1907) en jonkvrouw Annavan Twickelo. Als krijgsman zwierf hij in zijn jonge jaren in Duitschland, Frankrijk en Italië rond en bezocht de afrikaansche kusten. In Oct. 1571 nam hij deel aan den slag bij Lepanto; later in 1583 vinden wij hem als officier te paard in het nederlandsche regiment onder Homburg, dat deel nam aan den keulschen oorlog. Dit schijnt zijn laatste krijgsbedrijf geweest te zijn. 27 Maart 1584 maakte hij met zijn moeder voor schepenen van Deventer een testament, waarbij zij het grootste gedeelte hunner goederen aan de stad Deventer vermaakten met het doel een fonds te vormen tot oprichting van een universiteit aldaar; het deventer athenaeum heeft hieraan zijn ontstaan te danken. Boedeker huwde te Deventer 6 Sept. 1594 jonkvr. Johannaten Groetenhues, dochter van jonker Joost en van Mechteld Martens. Zij stierf 25 Oct. 1630, 81 jaar oud. Zij zijn te Deventer in de Lebuinuskerk begraven onder een grafzerk, waarop hun wapens, benevens hun beider 4 kwartieren, gebeiteld zijn. De portretten van hem, zijn vrouw en zijn ouders bevinden zich in het Kabinet van zeldzaamheden te Deventer.
Zie: Versl. en meded. Ver. tot Beoef. van Overijsselsch Regt en Gesch. 22e stuk (1901) 34 vgl.; Revius, Daventria illustr. 497-500, 684; Overijss. Almanak 1840, 210.
Kronenburg