Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 325]
| |
benoemd tot kwartierdrost van Overflakkee. In 1816 vertrok hij als Oost-indisch ambtenaar naar Java en werd benoemd tot lid van den raad van justitie te Semarang. daarna tot officier van justitie aldaar. In 1822 volgde zijne benoeming tot resident van Tegal en in 1824 van Soerabaja, waar hij ongeveer 4 jaar werkzaam bleef. Na het uitbreken van den Java-oorlog in 1825 wist hij, geholpen door een gewapende inlandsche macht, door zijn krachtig optreden te voorkomen, dat de opstand zich tot binnen zijn gewest uitbreidde. In 1827 werd B. benoemd tot resident van Batavia en het volgende jaar van Semarang; ook hier had hij, in verband met den Java-oorlog, een moeilijke taak te vervullen. Hij was nog geen vol jaar te Semarang, toen hij werd benoemd tot gouverneur der Moluksche eilanden. Hoewel ongesteld zijnde, aanvaardde hij de benoeming, doch overleed, gelijk gezegd, te Makassar, welke plaats B. moest aandoen om zijne bestemming te volgen. Hij huwde 1o. te 's Gravenhage 10 Dec. 1809, Jacobina Arnoldina Clignett, geb. 15 Mei 1791, overl. Semarang 5 Oct. 1817; 2o. te Grissee 5 Feb. 1827, jkvr. Louise Egbertine Aricie Cornets de Groot, geb. Groningen 28 Juni 1802, overl. Utrecht 2 April 1877, dr. van jhr. Adriaan David C.d.G. en Louisa Catharina Johanna Hora Siccama. Zie: Handel. en Geschriften Ind. Gen. I (1854) 386 vgg. Muller |
|