[Berendtsz, Thomas]
BERENDTSZ. (Thomas), werd bij besluit van 1 Juni 1611 door Gedeputeerden van Overijsel gebruikt in het maken van een ‘Caerte tot entscheydinge van dezer Lantschaps limiten ende den van Gelderlant omtrent het convent der Honnepe’ en, na aflegging van examen, 14 Sept. d.a.v. aangesteld als gezworen landmeter, waarvoor hij 5 Febr. 1612 den eed deed. 24 Oct. 1618 werd zijn salaris met de helft verhoogd, in 1626 echter een ander in zijn plaats gesteld, misschien omdat hij toen overleden was. Zijn wapen, met zinspreuk Concussa surgo, benevens zijne handteekening, plaatste hij in 1618 in het album van zijn neef, den kamper rector Marcus Gualtherus, zich, behalve landmeter, ook schilder noemende. Op een 1605 gedateerde teekening in het Prentenkabinet te Amsterdam, voorstellende Mucius Scaevola, schrijft hij zijn naam ‘T. Berendtsz. Lansinck’ (of Lantinck). Deze teekening is afkomstig uit het album van ter Borch. Men heeft van