[Bemmel, Adrianus Joannes van]
BEMMEL (Adrianus Joannes van), geb. 11 Jan. 1814 te Wijkersloot, overl. te Diest 26 Oct. 1879, studeerde van af Oct. 1832 te 's Heerenberg, werd priester gewijd 11 Oct. 1836 te Warmond door Mgr. van Curium. Hij was werkzaam als kapelaan te Utrecht (onder de Linde), daarna te Laren, en van 1843 tot 1847 te Haastrecht, en te Amersfoort (op 't Zand), van waar hij op 6 Juli 1848 benoemd werd tot pastoor te Rhenoy. In Juli 1853 werd hij pastoor van Vreeswijk, vandaar verplaatst naar Cabauw in het najaar van 1857, en werd in 1861 pastoor van IJselstein. Hier kreeg hij ontslag op 24 Juli 1869 om zich tevestigen te Wijk bij Duurstede. Zijn laatste levensdagen sleet hij te Diest in België. Hij was een voornaam redenaar, en schreef:
Feest- en gelegenheidsleerredenen uitgesproken door A.J.v.B. (Utr. 1e zestal 1841, 2e zest. 1842); De ziel tot God opgeleid door godvruchtige lezingen overdenkingen en uitstortingen des harten naar het fransch van Baudrand (Utr. 1842); een 2e uitgave o.d.t.: De ziel brandend van liefde tot God door hare vereeniging met de geheiligde Harten van Jesus en Maria (Utr. 1862); Symboliek of vergelijkende verklaring der godsdienstige geschilpunten tusschen Katholieken en Protestanten naar derzelfder Belijdenisboeken. Naar het duitsch van J. Buchmann (Utr. 1842-1845); De dwaling van het Protestantisme bewezen. Uit het fransch van J.B. Malou ('s Bosch 1857); De pastoor van Ars. Levensschets van J.B.M. Vianney ('s Bosch 1859); Merkwaardige voorvallen uit het leven van Pius IX. Naar het fransch van Dumax ('s Bosch 1860); Verhandeling over den inwendigen vrede. Naar het fransch van Ambr. de Lombez ('s Bosch 1860); Het