[Beieren, Adriaan van]
BEIEREN (Adriaan van), natuurlijke zoon van hertog Albrecht van Beieren, werd in 1415 schout van Dordrecht. Toen in 1418 Jacoba van Beieren, gravin van Holland, zich genoodzaakt zag het beleg van Dordrecht op te breken, bleef Adriaan, die hare zijde hield, het door haar gestichte blokhuis met eenige manschappen bezetten. Doch tegen de dagelijks aanwassende macht van Jan van Beieren, die Dordrecht bezet hield, was hij niet bestand, en hij moest ten slotte den strijd op leven of dood tegen zijn vijanden aanvangen, welke eindigde met de inneming van het blokhuis. Schout Adriaan werd daarbij door de Dordtenaars meedoogenloos doodgeslagen.
Zie: Balen, Beschr. van Dordr. 236 en 767; Wagenaar, Vad. Hist. III, 431; Levensbeschr. van voorname mannen en vrouwen V, 312.
van Dalen