[Becius, Aegidius of Batius]
BECIUS (Aegidius) of Batius, geb. Oct. 1587 te Dordrecht, gest. 29 Aug. 1643. Hij was de vierde zoon van Johannes Becius (1). Op kosten van zijn vaderstad heeft hij aan de leidsche academie gestudeerd en werd daartoe 25 Juni 1608 in 't Staten-college ingeschreven. Na afloop zijner studiën was hij predikant, eerst te 's Gravendeel van 1612-1621; daarna te Zwijndrecht en Meerdervoort tot 1641, toen hij zijn emeritaat kreeg. In 1622 werd zijn dienst - om ziekte - een tijdlang waargenomen door Johannes Bocardus. Van zijn zonen heette een Aegidius en een Hendrik.
Behalve dat hij eenige werken van zijn vader deed verschijnen, gaf hij van zijn eigen hand ook een belijdenispredikatie in 't licht, die hem - in 1629 en 1630 - in eenige moeilijkheid bracht met de classis.
Zie: Visscher en van Langeraad, Het Protestantsche Vaderland in voce; Borger, Naamlijst van predikanten (H.S. univ. bibl. Amsterdam); Reitsma en van Veen, Acta III, 466; Schotel, Kerkelijk Dordrecht (Utr. 1841-45) I, 234, n.1.
van Schelven