[Ballot, Christophorus Henricus Didericus Buys]
BALLOT (Christophorus Henricus Didericus Buys), geb. 10 Oct. 1817 te Kloetinge, overl. te Utrecht 3 Febr. 1890, zoon van den voorg. In 1835 werd hij als student ingeschreven. aan de utrechtsche universiteit, alwaar hij eerst in de letteren, later in de philosophie studeerde en 29 Juni 1844 promoveerde op eene dissertatie de Synaphia et Prosaphia, die, ook door den aard en de verdediging der daarbij behoorende stellingen, zoodanig de aandacht trok, dat hij in 1845 werd aangesteld als lector in de mineralogie en geologie; in 11 Sept. 1847 volgde hierop eene benoeming tot buitengewoon, in 1857 tot gewoon hoogleeraar, in welke hoedanigheden hij achtereenvolgens colleges gaf in theoretische chemie, wiskunde, sterrenkunde en eindelijk in de experimenteele natuurkunde.
Zijn voornaamste werk op algemeen wetenschappelijk gebied is de Schets eener Physiologie van het onbewerktuigde rijk der natuur (Utrecht 1849), waarin eene poging is gedaan om te geraken tot eene universeele theorie der moleculaire werkingen, waaruit alle natuurverschijnselen, althans op anorganisch gebied, hunne verklaring zouden kunnen vinden. De daarin uitgedrukte gedachten en opvattingen waren zóó origineel en afwijkend van de algemeen gangbare ideeën, dat zijne leermeesters Mulder en van Rees de publicatie ontraadden. Weinigen begrepen toen het geniale der daarin verkondigde begrippen en de tijd voor het toetsen der gevolgtrekkingen uit de theorie aan het experiment was nog niet gekomen: het werk was zijn tijd verre vooruit.
Op een ander gebied, nl. dat der meteorologie, eene wetenschap, die toen nog in het allereerste stadium van ontwikkeling verkeerde, werd zijn streven beter begrepen en gewaardeerd. Reeds in zijne dissertatie wijst eene stelling op voorliefde voor de meteorologie en zijn reeds vroeg gesteld levens- en werkprogramma is hij tot aan het einde getrouw gebleven. Hij zelf formuleerde het (Meteor. jaarboek 1849 en 1850) aldus: ‘Opdat niets verloren ga door verdeeling maar alles grooter nut aanbrenge door vereeniging. Opdat het meteorologisch observatorium alhier aan den waterstaat, bij voorkomende gelegenheden, voor alle oorden des rijks mededeelingen kunne doen omtrent vochtigheid, regen, verdamping enz., en aan al de waarnemingsplaatsen een beknopt zakelijk bericht kunne worden uitgegeven, getrokken uit al de waarnemingen gezamenlijk; terwijl de vereenigde waarnemingen aan boord der schepen aanleiding geven om de wet der stormen, wier kennis reeds zoo menige rijke lading