[Back, Jacobus de]
BACK (Jacobus de), geb. te Rotterdam ± 1594, begraven in de week van 23-30 Juli 1658, liet zich 18 Mei 1612 op 18-jarigen leeftijd te Leiden als student in de medicijnen inschrijven. Na den dood van prof. Pauw is hij als med. cand. naar Franeker vertrokken, werd daar 17 April 1617 ingeschreven en eenige dagen later door M. Winsemius tot doctor bevorderd. Daarna heeft hij zich in zijn geboorteplaats gevestigd en huwde 9 Mei 1628 met Helena Adriaens Hartevelt uit Bleiswijk, bij wie hij eene dochter kreeg. 7 Febr. 1632 werd hij aangesteld tot stadsdoctor. Hij heeft die betrekking tot 26 Nov. 1635, toen hem een collega toegevoegd werd, alleen waargenomen. Overigens wijdde hij zich aan zijn praktijk en ook aan de wetenschap. Hij deed verscheidene lijkopeningen, zooals o.a. blijkt uit zijn in de correspondentie van J. van Beverwijk opgenomenen brief over den niersteen. Bovendien schreef hij een zeer merkwaardig en belangrijk boekje: Dissertatio de corde in qua agitur de nullitate spirituum, de haematosi, de viventium calore. Annexa Appendix pro Circulatione Harveiana (Rotterd. 1648, vermeerderde druk 1654, 1660, 1664 en 1671), dat ook in het hollandsch en engelsch vertaald is, maar eerst in den laatsten tijd de groote waardeering gevonden heeft, die het verdient. Het is geschreven naar aanleiding van de vermaarde ontdekking of liever theorie van den bloedsomloop van W. Harvey en zou in de pen gebleven zijn, indien deze engelsche hofarts niet al te eerbiedig aan de opinies der ouden omtrent de voornaamste functies van 't hart was blijven hangen. De B. maakte er tabula rasa mede. Hij ontkende het bestaan der geesten (spiritus), die sints Galenus de physiologie beheerschten en gaf er redenen voor. Het hart was niet de zetel en
oorsprong der levensgeesten. En hij deelde de meening van Colombo en Michael Servet, dat het veneuse bloed in de longen, door vermenging met de lucht, ververscht en in arteriëel bloed werd omgezet. Evenmin mocht het hart als de zetel van den calor innatus beschouwd worden; ten gevolge van de voeding, de stofwisseling, die tusschen het door alle deelen van 't lichaam verspreide bloed en de weefsels plaats vond, kwam de physiologische lichaamswarmte tot stand. Harvey, aan wien dit boekje opgedragen was, vond goed deze meeningen in een herdruk