[Aylva, Hans Willem baron van (1)]
AYLVA (Hans Willem baron van) (1), geb. op de State Brandstede of Aylva State te Holwerd (Friesland), overl. 1691, was een zoon van Hessel van A., kolonel der infanterie en van de oostenrijksche gravin Elisabeth Althan. Evenals de Roorda's behoorden de Aylva's tot de staatsche partij, terwijl daarentegen de van Haren's en de Burmania's prinsgezind waren. Hij was kolonel van een regiment infanterie, en hielp in Mei 1664 de Dijlerschans innemen, doch werd in 1667 benoemd tot luitenant-admiraal ter vervanging van Tjerk Hiddes de Vries, die op 4 Aug. 1666 gesneuveld was; als zoodanig maakte hij onder de Ruyter den tocht naar Chatham mede, als commandant van het friesche eskader (20-24 Juni 1667). In 1672, na de benoeming van prins Willem III tot kapitein-generaal voor één veldtocht, werd hij weer tot luitenant-generaal der infanterie benoemd en belast met de verdediging van Friesland. Met zijn regiment, dat bij den overtocht der Franschen over den Rijn (het was uit Nijmegen tot verdediging van het bedreigde punt toegesneld, terwijl A. zelf het bevel voerde in Overijsel) deerlijk gehavend werd, voerde hij een soort guerilla-oorlog in de omstreken van Heerenveen; met een kleine troepenmacht en zijn friesche schutters had hij Friesland in allerijl in staat van verdediging gebracht door het opwerpen van aarden schansen aan de zuidoostzijde, een linie vormende van Kuinre langs Heerenveen naar Groningerland. In Juli 1672 deed hij, bijgenaamd ‘de ontzaglijke’, een mislukten aanslag op Kuinre. In het begin van 1673 vocht hij met succes tegen de munstersche troepen van den graaf van der Lippe, o.a. bij Staphorst; een aanslag, in gemeenschap met Johan Maurits van Nassau in Juli van datzelfde jaar tegen Zwartsluis
ondernomen, mislukte. Overigens wist hij met veel beleid en dapperheid de Munsterschen uit Friesland, speciaal de omstreken van Heerenveen, te weren. Hij nam voorts deel aan den slag bij Senef (11 Aug. 1674) en voerde daarbij de infanterie van den rechtervleugel aan, bij welke gelegenheid hij zwaar gewond werd. In 1689 maakte hij deel uit van de troepen die in het Kleefsche en in de Rijnstreek optraden; het waren n.l. Brandenburgers en staatsche troepen onder Aylva die Keizersweerd (25, 26 Juni), Neuss en Bonn (Aug.-Oct.) op de Franschen veroverden; op 25 Aug. van dat jaar streed hij met schitterend gevolg tegen de Franschen onder d'Humières bij Walcourt. Het volgend jaar, op 1 Juli, vocht hij mede in den slag bij Fleurus en toonde veel beleid in het regelen van den aftocht naar Nivelles. In 1691