[Antonianus, (Joannes) of van Sint-Thonus]
ANTONIANUS (Joannes) of van Sint-Thonus, dominicaan. Geboren omstreeks 1500, trad hij te Nijmegen in 't klooster en overleed aldaar 1588. Onder de leiding zijns priors, P. Vermolanus, legde hij zich toe op de patrologie en bezorgde in 1537 een verdienstelijke uitgaaf van eenige geschriften der kerkvaders Gregorius van Nyssa, Basilius Magnus en Gregorius van Nazianze (D. Gregorii episcopi Nisseni de creatione hominis liber, supplementum Hexaemeron Basilii Magni etc., Coloniae 1537). Ook belastte hij zich met de uitgave van eenige werken zijns hooggeschatten meesters. De troebelen van den opstand verstoorden zijne vreedzame studie en deden hem voor de geestelijke belangen zijner geloofsgenooten opkomen. In 1566 prior geworden, hield hij een openbaar geloofsdispuut met den predikant Ornaeus. Sinds 1576 werd hem als vicarius-provinciaal de zorg opgedragen voor de kloosters van Holand, Gelderland en Friesland. In die dagen, toen het eene klooster na het andere werd opgeheven en de religieusen overal een goed heenkomen zochten, werd ook Antonianus genoodzaakt in ballingschap te gaan. Hij vestigde zich te Calcar, maar trok naar Nijmegen terug, zoodra deze stad in 1585 tot de gehoorzaamheid aan den Koning was teruggekeerd.
Zie: B. de Jonghe, Desolata Batavia Dominicana 336; G.A. Meijer, Dominicaner Klooster en Statie te Nijmegen (Nijmegen 1892) 77, 84, 139.
G.A. Meijer