[Antiquus, Johannes]
ANTIQUUS (Johannes), geboren te Groningen 11 Oct. 1702, gest. einde 1750, reisde, na onderricht genoten te hebben van Gerard der van Veen, Benheimein en Jan Abel Wassenbergh, omstreeks 1725 over Amsterdam naar Parijs en werkte daarna een tijd lang bij Gerrit van Gimnich te Amsterdam. Met zijn broeder Lambertus ondernam hij toen een reis over zee naar Italië, waar hij langen tijd te Genua, Pisa, Florence en Livorno bleef, totdat de groothertog van Toscane hem op een vast salaris naar Florence terugriep. Hier bleef hij nu zes jaar lang en werd er lid van de Academie. Onderwijl bezocht hij ook eenige keeren Rome en Napels. Na den dood van den groothertog keerde hij in 1737 naar Groningen terug. De friesche stadhouder Willem Hendrik Karel Friso benoemde hem tot zijn hofschilder te Breda, waar hij in 1739 het burgerrecht kreeg en negen jaar gewoond heeft. In het Palazzo Pitti te Florence moeten nog verschillende van zijn werken aangetroffen worden, o.a. een val der Titanen. Voor de Statenzaal te Groningen heeft hij een plafond geschilderd en voor het kasteel te Breda verschillende mythologische en historische tafereelen. Zijn teekening van het grafmonument van Engelbert van Nassau in de Groote Kerk te Breda is in 1744 door B.F. Immink gegraveerd. Voor ridder Gabouri te Florence heeft hij zijn eigen portret geschilderd.
Zie: v. Gool II, 307-318; Obreen's Archief I, 131; Thieme und Becker, Allg. Lexikon bild. Künstler in voce.
Moes