[Andriessen, Johannes (2)]
ANDRIESSEN (Johannes) (2), zoon van Jacobus A. en Adriana Saelders (kol. 141), was vermoedelijk de Joh. A., die te Franeker studeerde en een hebreeuwsch en latijnsch gedicht schreef achter de Diss. inauguralis (Fran. 1717) van Corn. Hunnius. In denzelfden bundel Carmina edita in funere D. Lamb. Bos (Fran. 1717), waarin zijn broeder Andreas (1) verzen schreef, komen ook latijnsche voor van een Joh. A., volgens Boeles, Friesl. Hoogeschool II (Leeuw. 1881) 356, die ze p. 355, vermoedelijk ten onrechte, toeschrijft aan Andreas' veel jongeren broeder Jacobus A. de Waal, later houtkooper te Middelburg. Joh. A. stierf jong als proponent in de theologie, denkelijk te Vlissingen.
Zie: Vrolikhert, Vliss. kerkhemel (Vliss. 1758) 218.
de Waard