[Ammama, Joachim van of Amama]
AMMAMA (Joachim van) of Amama, geb. 14 Nov. 1657 in het fort Bourtange (Drente) overl. 3 Juli 1720, zoon van den voorg. en Bennu of Bennudina van Vierssen. Jong in militairen dienst getreden werd hij in 1681 tot kapitein aangesteld, in 1689 tot majoor, in 1690 tot kolonel, in 1703 tot brigadier, in 1709 tot generaal-majoor. Na den slag van Malplaquet, waarin hij zich roemvol onderscheidde, werd hij in 1713 tot commandant van de vesting Hulst benoemd. In het jaar 1710 had hij deelgenomen aan het beleg van Douay. Hij was gehuwd: 1o. te Hulst, 29 Nov. 1682, met Petronella de Vriese, ged. te Hulst, 17 Juli 1664, overl. 28 Sept. 1684 (o.s.) dochter van Jacob de V., burgemeester van Hulst, en Digna Drabbe; een dochter uit dit huwelijk, Bennudina, huwde Peter Benjamin de Beaufort; 2o. te Britsum, 12 April 1692, met Ebel Alegunda Aebinga van Humalda, overl. 1705, dochter van den frieschen raadsheer Philips v.H. en van Helena van Burmania. Bij de tweede vrouw had hij 6 kinderen.
Zie: Bosscha, Neerl. Heldend. te Land II, 347 en 365. Er bestaan lijkdichten op hem van I.H. Jungius en J. Moorman (Rott. 1720).
Eysten