met veel hartelijkheid’. Hij werd bij die gelegenheid ‘eenparig, hartgrondig en nadrukkelijk’ bedankt voor ‘zijne onvermoeide pogingen, langdurigen, noestigen, deftigen en getrouwen dienst’, gelijk ‘Zijn W. Eerw. (door tal van andere gaven en eigenschappen) ons en de gemeente tot groot voordeel niet alleen, maar ook tot eere, sierraad en luister hebbe verstrekt’. Hier is meer dan ijdele lof: Alberthoma is in zijnen kring van beteekenis en geliefd geweest. 10 Nov. 1720 trouwde hij zijn nichtje Baltina Adriana Alberthoma, de dochter van Albertus Alberthoma (den zoon van Thomas, die volgt), vollen neef van onzen Robertus en nu ook zijn schoonvader. Bij deze Baltina (zij ging hem den tweeden Kerstdag 1766 vóór in den dood) had Robertus twee dochters. De oudste Christina Baltina, stierf 14 Juli 1752, in haar 23e jaar en de bedroefde vader teekent op dien dag aan: ‘De Heere bereide ons alle tot het duistere en stilzwijgende graf’. De jongste, Margaretha Geertruid, werd de echtgenoote van Paulus Chevallier, sinds 8 Sept. 1752 hoogleeraar in de godgeleerdheid te Groningen.
Onze Robertus nu heeft, behalve de na te noemen gedrukte werken, ‘aanteekeningen’ in handschrift nagelaten, die onlangs zijn uitgegeven door zijnen
achter-achterkleinzoon, den heer J.W. Chevallier te Brummen. Ze beginnen 9 Februari 1721, den dag van R's intrede te Groningen en eindigen 11 Januari 1770, kort na zijn emeritaat, geven een aantal bijzonderheden voor het kerkelijk en maatschappelijk leven dier dagen (strijd tegen het tooneel; huwelijksvoltrekking in de vroegpredikatie; evenredige beroeping van predikanten van de oude en nieuwe studie, Voetianen en Coccejanen; begrafenis bij fakkellicht enz.), terwijl ze bovendien ons in staat stellen een aantal data uit de geschiedenis van dit waardig geslacht van groningsche nazireeërs te verbeteren of bij te voegen.
Hij schreef: Lere der Waarheit, die naar de godzaligheid is (Gron. 1729; 17343; 17708); Onderwijzingliederen van des Heeren wegen (Gron. 1730; 17542); Leerredenen (Gron. 1730); Eliza de profeet gezalfd met Elias geest (25 leerredenen) (Gron. 1741); Groningens derde jubeljaar (Gron. 1744); Mengeldichten (Gron. 17542); Korte Aanteijkeningen van de aenmerkenwaardigste zaaken in mijn dienst te Groningen voorgevallen, uitg. door J.W. Chevallier in Gron. Volksalm. 1910, 25-88.
Zie: Boekzaal 1739, II, 699-704; Visscher en van Langeraad, Het Protest. Vaderland I, 70 vlg.
Knappert