[Akersloot, Abraham]
AKERSLOOT (Abraham), geb. 25 Dec. 1687, overl. 23 Nov. 1748, diende als kapitein ter zee van de admiraliteit van Amsterdam in de eerste helft van de 18e eeuw en nam deel aan de zwakke pogingen van de verslapte regeering van de Republiek, om den handel in de Middellandscheen Oostzee te beschermen. Hij was kapitein van het schip ‘de Batavier’, deel uitmakende van een eskader van 3 schepen onder schout bij nacht Matthias Bodaan, dat in 1717 naar Spanje ging tot convooi, waarbij tevens de barbarijsche zeeroovers getuchtigd zouden worden. Evenwel werd geen enkele zeeroover gezien, wel werd in den nacht van 23 op 24 Jan. 1718 door misverstand van twee spaansche schepen een scherp gevecht geleverd, waarbij het schip van Akersloot het meeste leed. 10 Mei 1722 ging Akersloot weder uit als kapitein van het schip ‘Diepenheim’, 42 stukken, 200 man, deel uitmakende van het eskader van schout bij nacht Hendrik Grave met dezelfde bestemming. Hij vermeesterde bij die expeditie op de hoogte van kaap Finisterre in vereeniging met kapitein de Groot twee zeeroovers, een Algerijn van 18 stukken en 117 man, en een Saleetijn van 14 stukken en 164 man. Ten slotte komt hij voor als kapitein van het schip ‘Westerdijkshorn’ van 44 stukken en 200 man in het eskader van kapitein Lynslager van 7 schepen bestemd om in de Oostzee bij den oorlog tusschen Zweden en Rusland onzen handel te beschermen. Zijn anoniem geschilderd portret hangt op het stadhuis te Haarlem.
Zie: de Jonge, N. Zeewezen IV, 115, 116, 121, 169.
Boldingh