[Aken, Adrianus Theodorus van]
AKEN (Adrianus Theodorus van), inspecteur eerst van het lager, later van het middelb. onderwijs, geb. 11 Nov. 1829 te Klundert, waar zijn vader kantonrechter was, en overl. 9 Febr. 1899 te 's Gravenhage. Hij begon zijn loopbaan als 15-jarig kweekeling op de school zijner geboorteplaats, werd vervolgens onderwijzer te Gorinchem, was van 1853-58 secondant aan 't instituut van Burnier in den Haag, van 1858-64 leeraar in de wisen natuurkunde aan het gymnasium te Gouda, van 1864-67 leeraar in de wiskunde aan de H.B.S. en het gymnasium te Leiden en promoveerde in 1866 aan de hoogeschool ald. tot doctor in de wis- en natuurkunde op een dissertatie Over de hypocycloïde. Het volgend jaar werd hij benoemd tot directeur der rijks hoogere burgerschool te Alkmaar, welke betrekking hij in 1873 verwisselde met die van directeur der H.B.S. met 5 jar. cursus te 's Gravenhage. In 1877 werd van Aken benoemd tot inspecteur van 't lager onderwijs in de prov. Zuid-Holland, tegelijk met zijn lateren ambtgenoot bij 't m.o., Dr. W.B.J. van Eyk. Ten gevolge van de nieuwe wet op 't l.o. van 1878 traden beiden weldra als zoodanig af en zag van Aken zich in 1880 tot schoolopziener van 't nieuw gevormde district 's Gravenhage benoemd. Drie jaar later volgde hij Dr. D.J. Steyn Parvé als inspecteur van 't m.o. voor de prov. Zuid- en Noord-Holland, Friesland, Groningen en Drente op, welke betrekking hij tot zijn dood heeft waargenomen. Van de verdere ambten en betrekkingen door van Aken bekleed, noemen wij nog die van president der Commissie voor de school voor volwassenen