[Adriaensz, Barent]
ADRIAENSZ. (Barent), geb. te Amsterdam 1558, gest. in of na 1619, was een zoon van den boekhandelaar Adriaen Barentsz. Hij trouwde in 1584 met Aechjen Hendricksdochter. Hij was boekbinder, en van 1587 af ook boekdrukker. Zijne oudste drukken zijn, naar het schijnt, een paar prognosticaties van Rodolphus Grapheus te Deventer, door zijn vader uitgegeven voor de jaren 1588 en 1589, verder drukte hij voor Caspar Coolhaes, voor Nicolaus Petri en Adriaen Veen. Hij gaf echter ook belangrijke uitgaven met zijn eigen adres, in 1588 de predicatiën van Taulerus in fo., in 1591 de Rijmkroniek van Melis Stoke. De naam van den schrijver der Rijmkroniek was toen nog niet bekend en wordt dan ook niet vermeld in deze eerste uitgaaf, die door Spieghel bezorgd en op diens verzoek door Douza van een historische inleiding voorzien is. Het boek is echter door den drukker zelf als ingeboren poorter aan de regeering van Amsterdam opgedragen. Eene latere overlevering wil weten, dat de oplaag in de drukkerij verbrand is, en dat het boek daardoor spoedig zeer zeldzaam geworden is; eenig gelijktijdig bericht over dezen brand is echter niet gevonden, en het boek is in vergelijking met andere hollandsche uitgaven van die jaren juist niet zeldzaam. Kleinere maar belangrijke uitgaven van hem zijn nog: Tafelen van intrest door Simon Stevin (1590) en Proportionale ghesolveerde Tafflen van intrest vande Kusting-brieven .... van Marten Wentsel van Aken. Verder gaf hij 't eerst uit het Boek vande zeerechten (1594), dat later nog tal van drukken beleefde, en de Handtvesten van Amsterdam met een Register van alle regeeringspersonen (1597), waaraan zich nog eene reeks afzonderlijk gedrukte ordonnanties
aansloten. De Handtvesten heeft hij niet zelf gedrukt, maar te Utrecht laten drukken. Er zijn bovendien aanwijzingen, die het waarschijnlijk maken, dat eenige veel gelezen, maar door de rechtzinnige Calvinisten voor kettersch verklaarde boeken door hem zonder