[Abeli, Sibrandus]
ABELI (Sibrandus), ook S. Abels, Abelus, een Fries, predikant te Winkel (1574-1579), te St. Maarten en Valkoog (1579-1580), ging in 1580 na de bezoekreis van Otto Swalue in Noord-Holland om predikanten voor Friesland te zoeken naar Harlingen, waar hij tot 1610 geweest is. De noord-hollandsche Synode van Mei 1580 te Hoorn koos hem om eene predikatie te doen tijdens hare vergadering ‘voor den gemeynten Gods’ te Hoorn. Omdat de kerk te Harlingen bij zijne komst nog in de handen der roomschen was, heeft hij zijne eerste leerrede en eenige volgende gedaan bij het raadhuis, op de plaats ‘Vleeschhuis’ genaamd. De friesche Synode van Mei 1584 verkoos hem tot scriba; die van 1591 tot plaatsvervangend voorzitter; die van 1594 tot gevolmachtigde om in de classis Franeker ‘alle gemeene swaricheden in den kercken voorvallende af te handelen’; eveneens die van 1605; ook die van 1598 zag hem in haar midden. Eigenaardig is het, dat hem de ‘schriften ende monumenten soe in die classicale ende sijnodale bijeencompsten, die daer overich zijn ... angaende die questien tusschen Ruardus Acronius en Sybrandus Vomelius’ (1590) werden toegezonden om voorts verbrand te worden ‘ende alsoe die memorye wtgewischt te worden, twelck den deputatis classium belast wordt datelijck te beschicken’ (1592). Eene dergelijke opdracht ontving hij ook in het volgende jaar.
Zie: Veeris en de Pauw, Vern. Kerkel. Alphabeth 187; T.A. Romein, Naaml. der pred. in Friesl. 183; Reitsma en van Veen, Acta I, 24, 65, 72, 75; VI, 7, 13, 56, 65, 71, 76, 84, 96, 160; Kerkel. Handboek 1878, 264, 433; 1908, Bijl. 128, 150; J. Reitsma, Oostergoo 267; Ypey en Dermout, Gesch. der Herv. Kerk II, aant., 27; E.J. Diest Lorgion, Gesch. der Kerkherv. in Friesl. 131 v.; J. Reitsma, Honderd jaren uit de Gesch. der Herv. in Friesl. 205.
Knipscheer