Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina I]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Woord vooraf]In een mededeeling, gedaan in de vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde van October 1909, welke mededeeling sedert in druk is verschenenGa naar voetnoot1), hebben wij de voorgeschiedenis en de voorbereidende maatregelen voor de uitgave van dit Biografisch Woordenboek uitvoerig besproken; wij mogen den belangstellenden lezer daarheen wel verwijzen. Daar hebben wij ook het systeem van rangschikking besproken, waardoor dit Woordenboek zich van de meeste andere onderscheidt, dat nl. in elk deel de artikelen alfabetisch zullen worden gerangschikt, en dat niet door het geheele boek éen alfabet loopt. Wij zeggen opzettelijk de meeste, want zoo modern als wij toen gedacht hebben, is deze rangschikking niet, en het is ten slotte ook geen plant van vreemden bodem: reeds Paquot heeft dezelfde moeilijkheden voorzien als wij en hij heeft hetzelfde stelsel ingevoerd; ‘les tables tiendront la place de l'ordre alfabètique’ schrijft hij, préface p. viii der fo. editie. Dit ook door ons gevolgde systeem nu heeft vrijwel algemeen instemming gevonden, allereerst bij de vele geleerden, die bereid waren op deze wijze hun medewerking te verleenenGa naar voetnoot2). Er is echter vooral éen bezwaar tegen te berde gebracht, n.l. dat het zoeken zeer zou worden bemoeilijkt, indien de verschillende personen van éen naam over twee of meer deelen zouden worden verspreid. Wij hadden, vóor wij het plan definitief aannamen, deze moeilijkheid ter dege overwogen, doch het kwam, en komt ons nog voor, dat een goed register aan het eind van het geheele werk (de registers bij deel II en volg. blijven hier buiten beschouwing) aan dit bezwaar geheel tegemoet komt. Toch hebben wij reeds nu in dit deel met dit bezwaar zooveel mogelijk rekening gehouden zooals bij een eerste inzage blijken kan. Hoe nu dat register zal worden ingericht, staat nog niet in bijzonderheden vast; doch wij stellen ons een register voor, zij het ook iets minder uitvoerig, in den trant van den ‘Index and Epitome’ van de engelsche Dictionary of National Biography, waar dus achter den naam van elk persoon, die in een afzonderlijk artikel behandeld is, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina II]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene kortere of langere aanwijzing ter identificatie wordt gegeven; waartusschen wij dan met anderen druk de namen zullen voegen, die in den tekst der artikelen genoemd zijn. Een juist oordeel over de bruikbaarheid van dit systeem zal dan ook eerst mogelijk zijn, als het geheele werk met zijn register compleet is. Onze voorloopige indruk, gegrond op een werkzaamheid van een paar jaar volgens deze nieuwe methode, is, dat de voordeelen, die wij er ons voor het gebruik van voorstellen, zeker niet overdreven zijn. Men krijgt thans groepen van personen bijeen, die op de oude wijze over alle deelen verspreid waren; wij wijzen b.v. op de artikelen over de Oranje's en de Nassau's, die thans in éen deel bijeen zijn met hunne echtgenooten en kinderen; op die over de commissarissen, die de O.I. koloniën van de Engelschen weder overnamen in 1816 en die over de engelsche hooge ambtenaren uit voorafgaande jaren; op artikelen als Buat-Musch, Jansen-Lipperhey-Metius en dergelijke. Wie Sacharias Jansen noodig heeft, zal hem veel sneller vinden in het register, waar hij b.v. door de toevoeging ‘lenzenslijper’ of iets dergelijks gekenteekend wordt, dan in bijeengeplaatste biografieën en biografietjes van alle Jansens, die hier vereeuwigd zullen worden. Dit neemt niet weg, dat wij er zooveel doenlijk naar hebben gestreefd, gelijknamige personen, waar mogelijk, gezamenlijk op te nemen vooral waar het personen gold, die een zelfde beroep uitgeoefend of een zelfde ambt bekleed hebben; wij wijzen b.v. op de artikelen Huygens, Oudemans, Hoekstra, Hollebeek, op de Duvenvoordes en derg. Daarnaast heeft dezelfde tweejarige voorbereiding van dit eerste deel ons meer nog dan vroeger overtuigd, dat het redigeeren van een woordenboek als dit, volgens het oude alfabetische stelsel tot de onmogelijkheden behoort, als men althans aan den, naar onze meening beslist noodzakelijken eisch vasthoudt, dat de artikelen door deskundigen moeten worden geschreven en dat het boek in een afzienbaren tijd moet gereed zijn. Doch genoeg hierover. De rangschikking is in elk deel alfabetisch op den geslachtsnaam; bij namen met een voorvoegsel als ‘de’ ‘van de’ enz. is weer naar deze voorvoegsels onderverdeeld. Bij geheel gelijken geslachtsnaam zijn de personen gerangschikt naar den voornaam; is deze ook dezelfde, dan chronologisch, terwijl personen met geheel denzelfden naam door een volgnummer (1) zijn aangeduid; komt in een volgend deel iemand met dienzelfden naam, dan krijgt hij ook een volgnummer en wordt tevens naar de vorige deelen en kolommen, waar de andere personen van dien naam voorkomen, verwezen. Dubbele namen, waarbij het tweede lid geen heerlijkheid aanduidt, zijn op den tweeden naam geplaatst, dus Buys Ballot op Ballot, daar dit de oorspronkelijke familienaam is, waarvoor later Buys is gevoegd. Dit is de regel, doch afwijkingen zijn niet zeldzaam, b.v. Badon Ghijben, Gevers Deynoot en derg., die op Badon, Gevers enz. behooren. Niet altijd bestaat er zekerheid op dit punt en het is niet uitgesloten, dat wij nu en dan een naam op het verkeerde lid plaatsen. Dubbele namen, die op het tweede lid geplaatst zijn, gaan vóor die, welke op het eerste staan: Blok (Ninck) vóor Blok van Laer. Gehuwde vrouwen plaatsten wij, al naar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina III]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelang het spraakgebruik heeft vastgesteld, òf op haar eigen naam, òf op dien van haar man, dus: Bosboom-Toussaint, Elisabeth Musch enz. Namen als: Jan de Backer, Willem van Hulst, Claes Pietersz. zetten wij op Backer, Hulst, Pietersz. Bij het ontbreken van een familienaam kwam het ons rationeeler en gemakkelijker voor, als surrogaat niet den voornaam, maar den bijnaam, die later familienaam is geworden, te nemen. De ij rekenen wij gelijkwaardig aan de y, en plaatsen beide letters dus na de x, terwijl wij ook voor de rangschikking der namen onderling tusschen deze beide letters geen onderscheid maken (Buys en Buijs). De artikelen zijn door de auteurs onderteekend, en deze zijn daarvoor ook verantwoordelijk; de redactie heeft alleen die wijzigingen en veranderingen gemaakt, die voor de eenheid van het werk noodig waren; bij ingrijpende veranderingen is dit alleen geschied na overleg met den betreffenden auteur. Bij de aangehaalde literatuur is naar beknoptheid gestreefd en zijn de groote oudere biografische woordenboeken in het algemeen niet vermeld; ook mogen wij bij den gebruiker kennis van de algemeene verzamelwerken als pamflettencatalogi, repertoria voor speciale literatuur, e.d. onderstellen; overigens is hierbij ook aan den auteur de vrijheid gelaten om binnen algemeene grenzen de literatuur te geven naar hem goeddacht. Hoewel aan de correctie de meest mogelijke zorg is besteed, kan het niet anders, of hier en daar zijn fouten blijven staan. Wij zullen bij elk deel de noodzakelijke corrigenda opgeven, en aan 't eind van het boek een lijstje met verbeteringen en aanvullingen geven. Het is vooral aan den krachtigen steun, dien wij van onze medewerkers kregen, te danken, dat dit eerste deel binnen betrekkelijk korten tijd kon verschijnen. Wij blijven hun daarvoor zeer erkentelijk, en rekenen daarop ook voor de toekomst. Bijzonderen dank zijn wij verschuldigd ten eerste aan den heer E.W. Moes, Directeur van 's Rijks Prentenkabinet te Amsterdam, die aan elk artikel de noodige iconografische opgaven toevoegde; ons boek heeft daardoor een bijzondere waarde verkregen. Dan aan den heer D.G. van Epen, die de artikelen vergeleek met de gegevens berustende in zijn Genealogisch-Heraldisch Bureau, en daardoor op tal van plaatsen de overgeleverde data en namen kon verbeteren en aanvullen en aan den generaal-majoor F. de Bas, die herhaaldelijk steunde met de gegevens die in het onder zijne leiding staande Krijgsgeschiedkundig Archief berusten.
P.C. MOLHUYSEN. P.J. BLOK. Leiden, September 1911. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina IV]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit deel bevat artikelen van:
|
|