Stormen en stilten(1956)–Maurits Mok– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] De Dichter De weemoed is het, die de dichter maakt, het balanceren tussen tijd en droom in vage dronkenschap, de schemerstaat, doortrokken van een nachtelijk aroom. Dan wordt de hand wel langzaam meegetroond door de bewogenheid van het gemoed, een woord, een kleine sneeuwvlok taal, ontdooid tot een warm opgewelde druppel bloed. Reeds valt de vorst weer in, al houdt het raam nog sterrenbundels in zijn vierkant vast en blijft het eenzame gelaat der maan uitzien naar reisgenoten door de nacht. Vorige Volgende