Gebeden voor kinderen(1833)–Petronella Moens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Het dankbare kind. Ik dank U, God! 'k heb leeren lezen In mijn pas ontloken jeugd; Kindertjes, in vreemde landen, Missen veeltijds deze vreugd. Vader zegt: ‘daar leven volken, Waarbij school noch boek bestaat, Ach! die God noch JEZUS kennen’ Hoe bedroefd is zulk een staat! Welk geluk! Ik ben geboren In ons dierbaar Nederland, Waar de reine leer van JEZUS Eeuwen lang werd voortgeplant. 'k Ben een kind van Christenouders, Liefdrijk werd ik opgevoed, 'k Leerde U uit uw werken kennen, God! zoo magtig, wijs en goed. Vroeg werd mijn verstand ontwikkeld, 'k Ben pas negen jaren oud, Daaglijks wordt mij een gedeelte Van ons heilig boek ontvouwd. Moeder had mij veel van JOZEF En van MOZES reeds verteld; [pagina 18] [p. 18] 'k Lees nu zelf wat ons de bijbel Van die braven heeft gemeld. 'k Leer uit JOZEFS lot hoe braafheid Hier den mensch gelukkig maakt, 'k Zie in MOZES hoe Gods liefde Voor verdrukten zorgt en waakt; Maar, wanneer ik lees van JEZUS, Die elks liefde en dank verdient, O! dan klopt mij 't hart vol eerbied Voor dien Mensch- en Kindervriend. Hij verzachte 't grievendst lijden; Waar Hij kwam, verscheen de vreugd; Wreed mishandeld en gelasterd Zegepraalde JEZUS deugd; Nimmer heeft Hij zich gewroken, Schoon 't Hem nooit ontbrak aan magt; Stervend bad Hij voor zijn moorders; Alles heeft Hij grootsch volbragt. 'k Wil zijn voorbeeld gaarne volgen; Maar ontferm U, lieve Heer! 'k Struikel telkens, zie vol liefde, Op mijn zwakke poging neêr. Vorige Volgende