kunt bejagen. Ons daar door vermanende: dat wy ons zelven niet en moeten betrouwen, ofte toeschrijven, 't gene in elks oordeel bestaat: 't welk ook Titus Quintius schijnt te bevestigen, als hy zeydt: Overweegt uwe zaaken rijpelijk, op dat gy niet en doet, het gene gy namaals niet en zond wenschen gedaan te hebben. Zeer wel passende op de spreuke:
Verzint, eer gy begint.
Dit overwogen hebbende, zullen wy U.E. met ongedekte hoofden dissen, op den Dis van reeden (daar U.E. wel waardig zijt de voorzittende plaatse te bekleeden) de eelste vruchten der harssenen van den grooten Spaanschen Poëet Lope de Vega Carpio, dieze in geen kleyn aanzien hebben gebracht by den grootsten Stafdrager van Europa, die de zelye zoo gekoestert heeft, datze bekent en geroemt zijn in al de redelijkste deelen der werelt, daarze my, noch onkundig zijnde, door het gehoor zoo vervoert, en doorgrieft hebben, dat ik my heb derven verstouten, dien godt der Poëeten op de hielen te volgen, om my te oeffenen in de eygenschappen zijner wijsheden, ende eyndelijk door den Heere Barokus zoo veel te wege gebracht, dat hy de zelve heeft hervormt, en ik gestelt