Voorwoord
Met deze derde bundel is ‘de Natuurkunde van't Vrije Veld’ voltooid, in de vorm zoals ik het werk oorspronkelijk bedoeld had. In zekere zin is dit laatste boek het meest fundamentele van het geheel. Meer nog dan in de vorige delen wordt een beroep gedaan op de aktieve medewerking van den lezer, die slechts door het heerlijke werk in de open lucht de volle spanning en schoonheid van vele der metingen zal genieten. Wat u in handen heeft is dus niet alleen een boek over de Natuur, het is tevens een werkprogramma: aan vrijwel elk der beschreven verschijnselen valt nog te onderzoeken en ontdekkingsvreugde te beleven! De onderwerpen die ik tot een geheel heb samengesmeed zijn aan zo geheel verschillende gebieden ontleend, dat het mij niet mogelijk was die alle volledig te beheersen; men gelieve tekortkomingen in technische details te vergeven terwille van de eenheid in de gedachtengang.
Juist in deze dagen moge ‘de Natuurkunde van 't Vrije Veld’ velen weer dichter bij de Natuur brengen. Elke frisse dronk uit deze onuitputtelijke bron maakt ons lichaam sterker, onze gedachten reiner, ons leven gelukkiger.
M. MINNAERT.
Augustus 1940.