Ons geld

Ons eigen geld (1940- tot nu)

Door de oorlog kon de Nederlandse overheid geen geld meer naar Suriname sturen. Ze had alle geld hard nodig en vroeg zelfs aan de Nederlandse bevolking om munten en goudstukken, ringen en kettingen af te staan om de oorlog te bekostigen.

[p. 26]

Het gevolg was dat de Surinaamse overheid nu zelf biljetten moest laten drukken. Deze biljetten werden nu in plaats van in Nederland, in de Verenigde Staten van Amerika gedrukt door de American Bank Note Company. Ze hadden waarden van f 0,50 en f 1 en werden zilverbonnen genoemd, omdat aan de mensen beloofd was dat de biljetten konden worden ingeruild voor zilveren munten.

Dit was trouwens niet de eerste keer dat zilverbonnen geïntroduceerd werden in Suriname. Deze bonnen deden voor het eerst hun intrede in Suriname tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Ze hadden waarden van f 0,50, f 1 en f 2,50.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ook bankbiljetten met waarden van f 2,50, f 5, f 10, f 25 en f 100 gedrukt door de American Bank Note Company.

Bij de USA Mint te Philadelphia werden munten geslagen. Deze munten werden voorzien van het muntmeesterteken* palmboom en het muntteken* P van Philadelphia.