Bennie's prentenboek(ca. 1920)–B. Midderigh-Bokhorst– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 22] [p. 22] Dreumes. Laatst ging Dreumes wand'len, Zóó maar uit haar bed, Op haar bloote voetjes, O! wat had z' een pret! Wie haar 't eerst zag loopen? Haantje ‘Kuukleku.’ 't Kraaide: ‘Goeien morgen! Wel - hoe heb ik 't nu? Kom je nu al voeren? Ben je nu al klaar?’ ‘Dag - dag - dat!’ riep Dreumes, En ze lachte maar. [pagina 23] [p. 23] Toen - toen kwam het poesje, Poesje riep: ‘Miauw! Wat? al uit je bedje? Is dat niet wat gauw? Heb jij al ontbeten? Staat mijn melk al klaar?’ ‘Poes, miauw!’ riep Dreumes, En ze lachte maar. [pagina 24] [p. 24] Dreumes stapte verder, Wie komt daar? Broer Piet. Die zegt: ‘Maar... wat zie ik? Is dat Dreumes niet? Foei jij stoute Dreumes, Lach je - heb je pret? 'k Zal je krijgen, hoor je? Eén - twee - drie - in 't bed!’ Vorige