Bennie's prentenboek(ca. 1920)–B. Midderigh-Bokhorst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] Aan de haven. Uren lang kan Keesje kijken Naar de schepen groot en klein, ‘Varen, varen!’ denkt ons Keesje, ‘'k Wou zoo graag matroosje zijn!’ Op een morgen spreekt ons ventje Zoo maar Schipper Arie aan: ‘Schipper’, vraagt klein Keesje dapper, ‘Mag ik met je varen gaan?’ Of je mee mag varen, baasje? Wis en zeker, kleine man, ‘Maar - je moet nog eerst wat groeien Voor ik jou gebruiken kan.’ Vorige Volgende