De overgave(1919)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] Maria-liederen het wonder Neen, zij kon hem niet voorgoed verlaten, En als hij door de overvolle straten Van de steden dwaalde, ging zij mee. Maar zij wilde slechts haar kìnd beminnen, En zij diende hem met haar vriendinnen, Zij voorkwamen zijn bevel en bêe. Dan doorgloeide haar het heet verlangen Hem alleen te hebben en te omvangen En ze smeekte: kom tot moeder weer! Maar aan 't vreemde staren van zijn oogen Zag ze, hoe haar wenschen haar bedrogen: Want zij had geen zoon en hij geen moeder meer. En toen zij ter hooge bruiloftszale Van zijn goedheid en zijn macht verhaalde, Deed hij wat zij donker had vermoed. Toen de bekers waren ingeschonken, Schrikte zij terug: zij beiden dronken Afscheid met hun eigen hartebloed. Vorige Volgende