De Levensgift(1938)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 22] [p. 22] [Mag men bekennen dat men mint] Mag men bekennen dat men mint En zijn gevoelen, denken, daden, Uitstrooien als bevliesde zaden, En hopen, dat een gunstige wind Hen naar het veilig hart zal vlagen Dat open ligt en toebereid? En na een koesterende tijd Hen groeiend zien en bloemen dragen? Ik heb 't gewaagd; aanvaard mijn schrift. Neem, lees, en wees als ik gelukkig En handel liefdrijk met mijn nukkig Hart en mijn ongebroken drift. Vorige