De Levensgift(1938)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] [Gij gaaft den gladden gouden ring] Gij gaaft den gladden gouden ring Met den zeskantigen diamant. Dit is de regenbogenbrand Gebonden in wit licht; 'k ontving 't Symbool van kemels heiliging, Die aardsch beminnen witter maakt Dan sneeuw, hoe fel en rood zij blaakt. En 'k draag als een beveiliging Zeer fier voortaan uw liefdesspreuk. Toen zwoert gij, en ik zwoer: ‘zoo groot En zoo doorlichtend tot den dood Blijve ons verbond, en zonder breuk.’ Vorige Volgende