Kringloop(1936)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Gideon slaat de Midianieten De hoornen schreeuwden: moord! moord! moord! De flesschen kletste' als hagelslagen. En de uit hun slaap gehitsten lagen Elkaar te wurgen zonder woord. En wild van angst wierp men met kruiken En brak de lendenen van een man, Sloeg op gezicht en hersenpan En trapte borsten in en buiken. Toen schetterden schel de trompetten, Of men de messen aan ging zetten, En zeis en sikkel snerpte en sneed. En Gideon, zwaard en wraak des Heeren, Liet koningen door een kind onteeren. Hij wreekte bloed, en bloed is wreed. Vorige Volgende