Kaleidoscoop(1938)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] De Duitsche Herder Hij loopt door 't huis en opent alle deuren, Bekommert zich niet veel om mijn gezag, Komt heel nieuwsgierig de bezoekers keuren, En wee, wie hij niet zien of luchten mag. Hij wil vroeg spelen, maar de ontstelde gast, Weet niet hoe snel hij onder 't dek zal kruipen. Gekrenkt en zeer onaangenaam verrast, Gaat hij diep zuchtend naar zijn kleedje sluipen. Hij staat met zijn vier pooten bij elkaar Op 't hooge hek te luistren en te loeren, En blaft staartzwaaiend en met opstaand haar Als men zijn heilgen bodem durft beroeren, En weet, 't dorp luistert eerbiedsvol en vreest. Hij is heel zacht, maar speelt heel graag den beest. Vorige Volgende