Hunkering en heimwee(1939)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 160] [p. 160] De kinderen. Zij zullen wellicht niet meer weten, Hoe eenmaal hun vader was, Wanneer die begraven zal liggen In Brabant onder het gras. Maar de klank van zijn stem, zijn gebaren Van handen en hoofd en zijn groet Zullen ze onbewust u herhalen En zeggen: het leven is goed. Zij zullen den hemel vertrouwen, Hun vrouwen beminnen, en blij Hun vriendschap aan vrienden bewijzen, Van arglist en achterdocht vrij. Bij ieder geboortefeest heffen Ze een beker Bourgondischen wijn. Zij mogen hun vader vergeten, Toch zullen zij Brabanders zijn! Anton van Duinkerken. Vorige Volgende