Chineesche gedichten(1936)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Wachten. Viel er een kleine regen in den nacht? Een kraalgordijn heeft even zich bewogen, Ik luister, en ik houd mijn adem in. Ik stond voor een verlicht papieren venster. Mijn nagel gleed langs het doorschenen vlies, En daadlijk viel een groote duisternis. Het kraalgordijn heeft even zich bewogen. Daar achter hoopt en luistert een, snel ademend. Ik luister, en ik houd mijn adem in. Vorige Volgende