XX. Kleine Weegbladen. Plantago minor florens.
OP dit kruit aast een lang ligtgroene Rups, langs 't lyf wit gestreept, en op ieder lit met een wit stipje gezierd; in 't einde van Juny veranderen ze in bruine Popjes; in 't begin van Augusti komt uit elk een Uiltje, zynde de bovenste vlerken wit met zwarte streepjes gezierd, en de onderste vlerken graauw, de oogen en hoorntjes zwart, en vliegen 's avonds.
Zulke lange Wurmen heb ik in de aarde gevonden, ze waren van koleur gelyk Maaden, met een zwart kopje; ik heb ze bewaard tot in 't laatst van Juni, wanneer ze veranderden in donker geele Popjes; midden in Juli kwam uit elk een bruine Vlieg met klaare vlerkjes, vier pootjes om te loopen, en achter noch twee diergelyke, zynde recht uit gestrekt.