XLIV. Kleine Brandenetelen. Urtica urens, minor.
ZUlk een geele, swartgestreepte Rups, heb ik met dit Kruit gevoed tot in Juni, doe veranderde ze in een Pop, na veertien dagen kwam daar een Kapelletje uit, die onder bruin en boven donker Oranjekoleur met swarte plekken en streepen geziert was. Als deze Rups in September verandert dan blyft de Pop zo vast gemaakt zynde, tot in 't Voorjaar, alsdan komt daar eerst de Kapelle uit. De Pop gelykt zeer wel een gebakert kindeken, eenige schynen als vergult, uit zommige komen Maaden te voorschyn, die veranderen in Tonnetjes, en daar komt dan uit elk een goutagtig Vliegjen, ik heb ook wel in den drek van deze Rupsen, Maaden gevonden, die mede in Tonnetjes veranderden, waar uit na veertien dagen Vliegen te voorschyn kwamen.