XLII. Swarte Popelier. Populus nigra.
OP deze Boom groeijen veeltyds ronde knobbels, als men ze onryp opent dan zyn ze ledig, maar ryp zynde openen ze zig zelf en vertoonen ons zesderlei differente Diertjes, waar van 'er twee konnen vliegen en steeken gelyk de Mugge, dog het eene is wat kleinder als het andere, de andere vier zyn kruipende Beesjes, mede van malkander verschillende zo in gedaante als groote, de gestalte van het kleinste kan men niet wel bekennen als door een vergrootglas, by deze vier Diertjes legt een druppel taay Water, van groote als een witte Erret, het grootste van deze vier Diertjes eet de andere drie op; als dit zyn voedzel geconsumeert is, dan verandert het in een blaas, na twaalf dagen komt daar een wilde Bye uit, gelyk in de figuur verbeelt is.