XXXIII. Slee Pruimen. Acacia Germania.
DEze Rupsen zyn blaauw, geel en wit gestreept, ze beminnen het vogt zeer, des avonds voegen ze zig alle by malkander in een gespin, gelyk een spinneweb, ik heb ze met deze bladeren gevoed tot den 10 Juli, zy sponnen elk een Ovaal gelyk de Zydewormen, en ze veranderde in swarte Poppen, in 't laatst van Juli kwamen daar ligtbruine Uiltjes uit, ze leggen haar eiertjes rontom de takjes, als een ring, daarom zyn ze beswaarlyk om uit te roeijen.
Ik heb in haar drek Maaden gevonden, die veranderde in Tonnetjes, na veertien dagen kwamen daar zulke Vliege uit gelyk boven verbeelt is.
De onder aan de steel zittende geelagtige Rups, was zeer gaauw in 't lopen, ze maken haar wooning in een groen blad tot malkander gerolt, ze geneerde zig met deze bladeren tot 't laatst van May, doe veranderde ze in een bruine Pop, na veertien dagen kwam daar een ligtbruin Uiltjen uit.