XVIII. Appelbloeizel. Malus mellea florens.
DIt slag van Rupsen is alle Vrugtbomen zeer schadelyk, dog voornamelyk de Appelboom, ze verspreiden zig des daags over den geheelen Boom, en des nagts komen ze alle by malkander in een bondel of het spinneweb was, deze Rups is uit den bruine, heeft op elk lit op haar rug gelyk blaauwe en roode koraalen, wanneer ze een dun gespin om zig gemaakt hebben dan veranderen ze in een bruine Pop, waar uit na veertien dagen een witte bruin gestreepte Uil voortkomt, wanneer die haar eiertjes geleit hebben dan dekken ze dezelve met een geelagtige dons, dat men de eiertjes niet zien kan, waar door ze des Winters voor de koude wel beschermt zyn.
Nog heb ik op de Appelbomen een klein geelagtig Rupsje gevonden, welke in 't laatst van May een gespin om zig maakte daar in ze overwinterde, en in 't voorjaar kwam daar een kleine Vlieg uit, gelyk boven vertoont wort op de groene bladeren.