zeer heet is, en deze hitte tegen myn natuur strydig was, weshalve ik my genoodzaakt vond vroeger weder na huis te keeren, als ik gedacht hadde.
Als ik nu weder in Holland gekoomen was, en myne geschilderde Stukken van eenige Liefhebbers gezien wierden, zo hebben sy my zeer aangezocht, om die met den Druk gemeen te maaken, oordeelende dat dit het eerste en curieuste Werk was, dat ooit in America geschildert is, maar de onkosten, die aan dit Werk uit te voeren moesten gedaan worden, hebben my in ’t eerste afgeschrikt, maar heb eindelyk hier toe ook geresolveert.
Dit Werk dan bestaat uit sestig koopere Plaaten, waar op in de negentig ondervindingen van Rupsen, Wormen en Maeden vertoond werden, hoe de zelve vervellende in coleur en form veranderen, en eindelyk tot Cappellen, Uilen, Torren, Beijen en Vliegen veranderen, alle deze Gediertens zyn op de zelve Gewassen, Bloemen en Vruchten geplaast, die sy tot haar onderhoud aten, hier is noch bygevoegt de generatie van de West-Indische Spinnen, Mieren, Slangen, Hagedissen, wonderbaare Padden en Kikvorssen, alle in America na het leeven door my selfs geschildert en ondervonden, uitgenoomen eenige weinige, die ik op de getuigenisse der Indianen daar by gevoegt hebbe.
In het maaken van dit Werk heb ik niet eigenbaatzugtig geweest, zullende vergenoegt zyn, wanneer maar myne gedaane onkosten wederom kryg; ik heb geen onkosten in het uitvoeren van dit Werk gespaart, maar heb de Plaaten door de beroemste Meesters doen snyden, en het beste Papier daar toe genoomen, op dat zo wel aan de Kenders der Kunst, als aan de Liefhebbers der Insecten en Planten plaisier en genoegen zoude geeven, gelyk ik my dan verblyden zal, wanneer ik hoore, dat ik myn oogmerk berykt, en te gelyk genoegen zal gegeeven hebben.
Het Schrift van dit Werk heb ik gelyk de Anatomie van de Heer Professor Bidloo tussen twee Printen op een blad gevoegt, ik had het Schrift wel langer konnen uitbreiden, maar door dien de tegenwoordige Wereld zeer delicaat en de gevoelens der Geleerde verschillig zyn, zo heb ik maar eenvoudig by myn ondervindingen willen blyven, en daar door stoffe aan de hand leevere, waar uit een ieder na sijn eige zin en meening reflexien kan maaken, en de zelve appliceeren na sijn welbehaagen, behalven dat zulks alreede door andere overvloedig gedaan is, als door Moufet, Godart, Swammerdam, Blanckaart en andere: Ik heb de eerste verandering van alle Insecten Poppetjens, de tweede der Rupsen Cappellen, die by dag vliegen, en die by nacht vliegen Uilen: de tweede verandering der Maeden en Wormen Vliegen en Beijen genaamt.
De naamen der Planten heb ik behouden, zo als die in America van de Inwoonders en Indiaanen gegeeven werden; de Latynsche en andere naamen zyn onder aan door de Heer Casparus Commelin M: D: Horti Medici Botanicus, en Acad. Caesareo-Leopoldinae Collega daar by gevoegt.
Indien my God gezondheid en leeven geeft, zo ben ik van mening myne ondervinding, die ik in Duitsland gedaan heb, te vermeerderen met die van Vriesland en Holland, en die in de Latynsche en Nederduitsche Taalen te geeven.