Chrysanten(ca. 1938)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 92] [p. 92] Eigen waarheid Geduldig, stuk voor stuk, zult gij, voor uw geluk, uw eigen waarheid bouwen; en voor dit grootsche werk, staat gij alleen in 't perk, alleen met uw vertrouwen. Geen ander kan, hoe fijn zijn kunst ook moge zijn, u bijstaan in dit streven; wat ge uit u zelf niet haalt, met eigen gloed bestraald, kan u geen ander geven. Gij kunt een enklen stond, vol twijfel en doorwond, wel elders hulp gaan zoeken; maar 't geen zij u verstrekt, de wijsheid die ge ontdekt, zal u niet lang verkloeken. Zij breekt weldra als glas, dat broze schittring was, slechts tijdlijk u kan baten; [pagina 93] [p. 93] bij 't ingestort gewelf, ziet gij dat ge op u zelf alleen u kunt verlaten. En waar de wanhoop hieuw, staat ge op en bouwt ge opnieuw, spijts uw gekneusde handen; gij bouwt, maar sloopt en slecht wat morgen lijkt onecht en dat ge moet verbranden. Gij bouwt en bouwt, soms moe en mat, wel wetend hoe ge nooit of nooit zult leggen den laatsten steen, en nooit, tot verre reis getooid, den bouw vaarwel zult zeggen. En zoo gij toch, in 't end, de vreugd der zege kent, voltrokken door uw lijden, zal zij, wat gij ook deedt, uw broeder van zijn leed, zijn onrust niet bevrijden. Want wat gij hebt gewrocht, in de eigen ziel gezocht, besproeid met bloed en tranen, is winst voor u alleen, maar schooner is er geen voor u langs 's levens banen... Vorige