De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende Het blad. Indien gij schoonheid zien wilt, neem, voorwaar, zoo neem dit blad, dit groene boomblad daar; en houd het tegen 't licht der goede zon. O welke vreugd, zoo 't woord u zeggen kon, de heerlijkheid die in een boomblad ligt, een simpel blad, dat leeft in 't zonnelicht! Al de aadren teeknen, met haar zilvren schijn, een zuiver beeld, den grooten boom in 't klein. [pagina 117] [p. 117] O rijkdom der natuur, die ieder blad het beeld des Vaders geeft gelijk een schat, en roerend spreekt: Van in uw jonge Lent, is dit voor immer in uw hart geprent; En vlucht de Herfst met u in 't najaarsrood, ik zeg: Gij neemt het mee tot in den dood! Voorwaar, indien gij schoonheid zien wilt, zie: een blad, een enkel blad: 't is poëzie. Vorige Volgende