De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende De kousen. Wat zullen de nette kousen doen? Zij glijden voorzichtig in klomp of in schoen, en geven het kind een sierlijk voetje; en 't kind gaat dansen over het land; het lispelt een lied en klapt in de hand, met zon op zijn blozend snoetje. Zoo gaan de kousen den heelen dag en hooren der bloemen vriendlijken lach, langs wegel of tusschen de guitige sprietjes; het schaapje blaat: ‘Wij kennen u wel; eens droeg u ons broertje bij de wel, waar zingen vergeet-mij-nietjes.’ En 's avonds, bezijden de zwijgende spond, slapen de kousen heel stil op den grond, en droomen aldoor van vele dingen. [pagina 111] [p. 111] Maar 's morgens, wen pinkelt het zonneke klaar, dan zijn de kousen weder daar om blij te hupplen en springen. Vorige Volgende