De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende Het deksel. Het deksel danst op den ketel die kookt, terwijl er ons Moe het vuurken pookt. Hoe bobbelt en babbelt het dampende sop! Het deksel valt neer en 't water zegt: ‘Hop!’ Kom, luister naar 't lied van het deksel dat danst, nu 't vallende kooltje nog even eens glanst. - ‘Aan tafel, aan tafel, bij ouder en kind! De dampende schotel maakt blij gezind!’ [pagina 110] [p. 110] Daar doet er het water zijn stemmeke bij; - ‘O meiske dat bloost, met die oogen, zoo blij, eens wordt gij een vrouwke met zonnig gemoed, kent gij dan het lied van het dekseltje goed!’ Vorige Volgende