De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Het manneke met het kanneke. Daar liep een manneke met een kanneke; daar liep een manneke in de sneeuw. Dat manneke had voetjes; die voetjes liepen zoetjes; ze liepen met het manneke mee, o-hee, o manneke in de sneeuw! Toen viel dat manneke met zijn kanneke; toen viel dat manneke in de sneeuw. Het kanneke was gebroken. Moe zal geen papje koken. Het manneke heeft de melk niet mee, o-hee, o manneke in de sneeuw! Vorige Volgende