De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende Tien dikke venten. Tien dikke venten zonder centen zijn Marianneke komen zien. Vier van die venten zonder centen, zongen luidkeels van plezier. En wat deden dan de zes? Wel, die dronken uit een flesch, en die liepen naar den bakker. Geef ons spoedig, witte rakker, voor Marianneken elk een brood, of Marianneken gaat dood. Onze venten kregen brood met zoete krenten; en toen kwamen hun madammen en die sneden boterhammen. En Marian, de krullebol, at toen blij haar buikske vol. Vorige Volgende